Interview Deon van Moorsel, voormalig fiscalist

In dit interview zal Deon van Moorsel (voormalig fiscalist) worden geïnterviewd die onder meer zal vertellen over wat hij zo interessant vond aan het Fiscaal Recht om daarin verder te gaan, welke weg hij daarvoor heeft afgelegd, de verschillen tussen kleine en grote accountantskantoren kort zal toelichten, de meest bijgebleven momenten in zijn werk als fiscalist zal beschrijven en zal vertellen over wat hij mee wil geven aan studenten die de ambitie hebben om later fiscalist te worden.

Wilt u zich even voorstellen?

Ik ben Deon van Moorsel, 58 jaar, ongehuwd en vader van een dochter.

Wat heeft u gestudeerd?

Na de middelbare school heb ik Nederlands Recht gestudeerd aan Tilburg University. Die heette toen nog de Katholieke Hogeschool Tilburg. Helaas niet afgemaakt, omdat ik de verkeerde prioriteiten stelde. Daarna naar de HEAO in Eindhoven gegaan, afgestudeerd in de economisch-juridische richting. Dat zou dus nu HBO Rechten zijn. Daarna heb ik Fiscaal Recht gestudeerd via de opleiding van de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs (NFB). Die opleiding stond hoog aangeschreven en was qua niveau vergelijkbaar met een studie Fiscaal Recht. Tegenwoordig is de NFB opgegaan in Register Belastingadviseurs, de grootste beroepsorganisatie van belastingadviseurs in Nederland.

Wat vond u zo interessant aan het Fiscaal Recht dat u daar verder in bent gegaan?

Mijn interesse in Fiscaal Recht is pas ontstaan, nadat ik ben gaan werken. Ik ben na de HEAO gaan werken als assistent-accountant. Ik vond belastingaangiften het leukste onderdeel van mijn werk, vooral als ze gecompliceerd waren. Om me er meer in te verdiepen, ben ik in de avonduren de opleiding bij de NFB ben gaan volgen. Dat was, naast het werk, best wel pittig, maar het voordeel was dat je het geleerde direct in de praktijk kon brengen.

Wat me aantrok is dat Fiscaal Recht op het raakvlak van economie en Recht ligt. Beide gebieden vind ik interessant en omdat ik niet echt kon kiezen ben ik bij Fiscaal Recht uitgekomen. Verder omdat vrijwel iedereen te maken krijgt met fiscale wetgeving: particulieren, MKB, rechtspersonen etc. en veel beslissingen die je in je leven maakt fiscale gevolgen hebben. Huis kopen, onderneming starten en uitbouwen, trouwen, scheiden. Noem maar op. Zelfs als je overlijdt laat de fiscus je niet met rust.  Het bestrijkt dus alle facetten van de maatschappij.

Hoe zag uw carrièrepad eruit?

Ik ben gestart op een klein administratiekantoor met nog geen 10 man personeel. Dat kantoor maakte een sterke groei door en groeide door naar een accountantskantoor. Door de sterke groei was er eigenlijk altijd een personeelstekort, want het werk groeide sneller dan het personeelsbestand. Om het werk af te krijgen werkte ik vaak tot ‘s avonds laat en soms in de weekenden en daarnaast ook nog mijn studie.

Op een gegeven moment wilde ik toch bij een (toen nog) Big Five kantoor werken en heb de overstap gemaakt naar de aangiftepraktijk van Deloitte in Eindhoven. Na verloop van tijd kwam ik er achter dat ik toch weer liever als generalist wilde werken en ben daarom teruggegaan naar een lokaal accountantskantoor gericht op MKB. Ik heb toen wel wat salaris moeten inleveren, maar voldoening in mijn werk vond ik belangrijker. Helaas werd in 2010  een chronische spierziekte bij mij  geconstateerd. Na een paar jaar bleek doorwerken niet maar haalbaar en ben ik volledig arbeidsongeschikt verklaard.

U heeft zowel bij een groter accountantskantoor als Deloitte gewerkt, maar ook bij een kleiner accountantskantoor. Kunt u ons wat meer vertellen over de verschillen tussen een klein en groot accountantskantoor en waar uw persoonlijke voorkeur naar uit gaat?

Bij een klein kantoor ben je in het algemeen meer generalistisch bezig en bij een groot kantoor meer specialistisch. Op de kleine kantoren krijg je meestal een vaste cliëntenportefeuille en je doet voor je cliënten advisering, aangiften, bezwaar- en (eventuele) beroepsprocedures. Je hebt vaak direct contact met je cliënten. Kleine kantoren zijn meestal gericht op het MKB: eenmanszaken, vennootschappen onder firma en kleine BV’s. Nadeel is dat je breed georiënteerd moet zijn en zo’n beetje alles moet bijhouden: inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, loon- en omzetbelasting. Ik deed ook pensioenberekeningen en aangiften erfbelasting. Dat zorgde ervoor dat het werk zeer gevarieerd was. Omdat het bijna niet meer te doen is om alles bij te houden, zie je op kleinere kantoren ook steeds meer specialisatie.

Bij grote kantoren is er vaak een scheiding tussen aangifte- en adviespraktijk en zijn er specialisten voor omzetbelasting, loonbelasting, pensioenen etc.  Je hebt te maken met grote familiebedrijven en beursgenoteerde ondernemingen. Bij Deloitte deed ik daarnaast ook particuliere aangiften van CEO’s, bekende topsporters en een zeer bekende politicus. Er zijn vaak strakke carrièrepaden die je moet doorlopen. In mijn tijd hanteerden veel grote kantoren een up or out systeem. Als je op een gegeven moment niet meer kon doorgroeien, werd je geacht je heil ergens anders te zoeken. Er was dan ook veel verloop. Veel afgestudeerden beginnen op een groot kantoor, maar gaan na een aantal jaren toch vaak naar een kleiner kantoor waar een minder strakke hiërarchie geldt. De besten blijven over en die worden uiteindelijk partner.

Het is duidelijk dat mijn voorkeur uitgaat naar een regionaal of lokaal accountantskantoor gericht op het MKB, maar het hangt sterk van je persoonlijkheid af wat bij je past.

Wat is u het meeste bijgebleven in uw werk als fiscalist?

Ik ging op een dag nietsvermoedend naar kantoor en toen werd ik bij de ingang aangehouden door een ambtenaar die me naar de kantine dirigeerde. Bleek daar het hele personeel al te zitten. Er was die dag een inval van de FIOD en politie, omdat er een groot onderzoek was naar Brabantse drugsbendes. Een cliënt van ons kantoor bleek daar ook bij betrokken te zijn en ons hele kantoor werd die dag doorzocht op eventuele aanwijzingen. Sommige collega’s die direct betrokken waren bij die cliënt werden aan een zwaar verhoor onderworpen, wat vrij heftig was. Gelukkig is het allemaal met een sisser afgelopen en bleek dat wij nergens bij betrokken waren. Dat kun je dus ook meemaken.

In de tijd dat ik bij Deloitte werkte werd ik een aantal maanden gedetacheerd bij de Eindhovense vestiging van Arthur Andersen. Dat was een Amerikaans Big 5 kantoor dat ten gronde ging, omdat ze aansprakelijk werden gesteld voor fraude bij het Amerikaans energiebedrijf Enron. Deloitte heeft toen de Nederlandse en Belgische tak overgenomen. Dat was best wel een hectische tijd, maar er heerste een gezellige sfeer. De vrijdagmiddagborrels waren zeer leuk.

Wat zou u mee willen geven aan studenten die de ambitie hebben om later fiscalist te worden?

Als je gaat werken, neem dan de tijd om uit te zoeken welke bedrijfscultuur het beste bij je past. Je kunt wel op verhalen van anderen afgaan, maar je moet het toch zelf allemaal ervaren. Als fiscalist kun je bij een accountantskantoor of de Belastingdienst werken, maar ook als bedrijfsfiscalist, bij een vaktijdschrift, in het onderwijs etc. Je kunt ook fiscaal advocaat worden. Genoeg mogelijkheden dus en je hoeft niet bang te zijn dat er geen werk is, zeker als je een paar jaar ervaring hebt. Let ook op de werk-privé balans, want je hebt ook nog een leven naast je werk. Partner worden bij een groot kantoor is voor veel fiscalisten het ideaal, maar dan wordt wel heel veel van je gevergd qua werkuren en inzet. Je moet je afvragen of je dat wel wilt.  Tegenwoordig is er wel meer aandacht voor deeltijdwerken. In mijn tijd was dat onmogelijk als je carrière wilde maken.